Het afwikkelen van een letselschadezaak bij minderjarigen is niet eenvoudig. Bij jonge slachtoffers bestaat er vaak veel onduidelijkheid over de gevolgen van het letsel voor de toekomst van het slachtoffer. Welke gevolgen gaat het letsel op de langere termijn hebben op de gezondheid van het slachtoffer? In hoeverre zal hij klachten en beperkingen ondervinden in zijn dagelijks leven? Wat is de invloed van het letsel op het opleidingstraject en het arbeidsperspectief van het slachtoffer?
Omdat er veel onduidelijkheden zijn over de omvang van de schade kan er voor gekozen worden om de schaderegeling uit te stellen totdat het slachtoffer volwassen is geworden. Dit zal in ieder geval wat meer inzicht bieden in het medisch verloop van het letsel, maar veel zal ook onzeker blijven. Periodieke afwikkeling kan in dat geval een oplossing zijn. Het nadeel hiervan is dat partijen aan elkaar verbonden blijven.
Als er wordt besloten om de schade van het minderjarig slachtoffer te regelen, dan is het van groot belang dat er een goed omschreven voorbehoud ten aanzien van mogelijke toekomstige risico’s in de vaststellingsovereenkomst wordt opgenomen. Het slachtoffer moet bovendien goed geïnformeerd worden over de gevolgen van de regeling en de reikwijdte van het voorbehoud, zodat deze een weloverwogen beslissing kan maken.
Het is de taak van de belangenbehartiger van het jonge slachtoffer om – als er aanknopingspunten zijn voor een risico op toekomstige beperkingen – te onderhandelen over voorbehouden voor de toekomst. Dit gaat wel eens mis. Rechtbank Midden-Nederland (ECLI:NL:RBMNE:2016:7784) heeft onlangs vastgesteld dat een rechtshulpverlener een beroepsfout heeft gemaakt door bij de schaderegeling van een minderjarige een te beperkt voorbehoud op te nemen. De rechtshulpverlener had geen voorbehoud bedongen voor het risico op toename van de klachten en beperkingen in de toekomst en de gevolgen daarvan voor het dagelijks leven het arbeidsperspectief van het jonge slachtoffer. Toen de klachten van het slachtoffer na het sluiten van de vaststellingsovereenkomst toe namen, kon hij de gevolgschade niet meer bij de aansprakelijke partij verhalen. Rechtbank Midden-Nederland acht de rechtshulpverlener aansprakelijk voor de schade die het slachtoffer hierdoor heeft geleden.
In de praktijk is het van belang dat er in het geval van een minderjarige met letsel niet te snel tot een regeling wordt overgegaan. Als er uiteindelijk wordt besloten om een regeling te treffen dan moet er onderhandeld worden over het opnemen van voorbehouden voor toekomstige risico’s. Hierbij moet geprobeerd worden om de voorbehouden zo ruim mogelijk te formuleren zodat in ieder geval de toekomstige gevolgschade onder het voorbehoud valt.
mr. drs. L. (Lieke) Hilhorst, advocaat, AV&L Advocatuur en Mediation